Pilotproject wilgen-energieplantages bij biologische kippenhouders
Pilotproject
Op 1 januari 2013 is het project ‘Kiplekker onder de wilgen’ gestart. Het project is bedoeld om kennis te ontwikkelen over de aanleg en exploitatie van wilgenplantages voor biomassaproductie in het uitloopgebied van (biologische) kippenhouderijen en deze kennis uit te dragen in de sector. In het project worden als proef wilgenplantages aangelegd in de uitloop van kippenhouders en worden de ervaringen vastgelegd met de aanplant, het beheer en het oogsten van de wilgenplantages. Ook worden de kosten en baten geanalyseerd en wordt er gekeken naar de wet- en regelgeving.
Het project ‘Kiplekker onder de wilgen’ wordt uitgevoerd door Stichting Probos in samenwerking met InnovatieNetwerk en de deelnemende pluimveehouders. In de voorlichting wordt er samengewerkt met het praktijknetwerk ‘Bomen voor buitenkippen’ van het Louis Bolk Instituut en Bionext. Het project loopt tot eind 2015.
In april 2013 zijn op de volgende bedrijven wilgenplantages aangelegd:
Biologisch pluimveebedrijf De Zandschulp van de familie Thomassen in Overberg (Utr.): 1 hectare beplant met de wilgenrassen Inger en Tora
Biologisch pluimvee- en melkveebedrijf van de familie Van Deelen in De Glind (Gld.): 1 hectare beplant met de wilgenrassen Inger en Tora
Vrije uitloop pluimveebedrijf EKOZ van de familie Jansen in Schore (Ze.): 0,5 hectare beplant met de wilgenrassen Tordis en Tora
Vrije uitloop pluimveebedrijf Van de familie Van der Weerd in Welsum (Ov.): 0,25 hectare beplant met de wilgenrassen Inger en Tora
ACHTERGROND
De vraag naar houtige biomassa voor de opwekking van duurzame energie neemt sterk toe.
Overheden (Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten) zien in duurzame energie uit (houtige)
biomassa een belangrijk middel om hun klimaat- en energiedoelstellingen te halen. Het huidige
kabinet heeft als doelstelling dat in 2020 16% van het energieverbruik moet worden opgewekt uit
duurzame bronnen, waaronder houtige biomassa. De laatste jaren zijn er op lokale en regionale schaal
al honderden houtgestookte verwarmingsinstallaties geplaatst bij particulieren, pluimveehouders,
kalverhouders, glastuinbouwers, zwembaden, woonwijken, kantoorpanden, appartementencomplexen en
bedrijfshallen. Dit aantal groeit nog steeds. Ook in diverse grote elektriciteitscentrales wordt er
houtige biomassa (bij)gestookt.
Wilgen-energieplantage Flevoland
Binnenkant van een wilgen-energieplantage
Het ligt voor de hand om voor de opwekking van duurzame energie zoveel mogelijk biomassa uit Nederland te benutten om eventuele negatieve aspecten van de import van biomassa (transportafstand, illegale ontbossing) te vermijden. Naast het gebruik van houtige biomassa die vrijkomt bij het beheer van natuur, landschap en stedelijk groen, kan er ook houtige biomassa worden geteeld in zogenaamde energieplantages met snelgroeiende boomsoorten zoals wilg. Wilgenenergieplantages hebben een aantal belangrijke voordelen t.o.v. andere biomassabronnen:
ze hebben een relatief hoge biomassaproductie;
ze leveren regelmatige opbrengsten, omdat er na de aanleg elke 2 of 3 jaar uit de plantage kan worden geoogst, waarna uit de stobbe weer nieuwe wilgenscheuten groeien;
ze vormen een interessante habitat voor veel plant- en diersoorten en kunnen daarom zorgen voor een verhoging van de biodiversiteit in een gebied.
Door de grote druk op de beschikbare grond komt in Nederland de aanleg van energieplantages op landbouwgronden vooralsnog niet van de grond. Daarom moet worden gezocht naar alternatieve terreinen en slimme functiecombinaties.
Biologische kippenhouders hebben rondom hun bedrijf vaak meerdere hectares uitloopgebied waar de kippen scharrelen. Momenteel zijn veel uitloopgebieden bij biologische kippenhouders grotendeels open (kale) gebieden waarvan de kippen slechts een beperkt deel benutten. Het is daarom voor veel kippenhouders nog een uitdaging om de uitloop zo in te richten dat de kippen de beschikbare ruimte ook daadwerkelijk benutten. Er gaan dan ook steeds meer geluiden op om een deel van de uitloop van biologische kippen te beplanten, zodat de kippen beschutting hebben tegen o.a. roofvogels, zon, regen en wind en ze meer over het terrein durven uitwaaieren. Naar verwachting komen er op korte termijn ook EU-regels op dit gebied. Beplanting in de uitloop geeft bovendien de van nature nieuwsgierige (bosvogel) kip meer afleiding en meer mogelijkheden om zelf voedsel te zoeken.
DE PILOT
Volgens Stichting Probos zijn er volop kansen om in de vrije uitloop bij biologische kippenhouders wilgenergieplantages aan te leggen waartussen de kippen kunnen scharrelen. Dit zorgt voor een optimale benutting van het terrein, omdat er dan naast het houden van kippen ook biomassa wordt geproduceerd. De wilgen zorgen daarnaast voor een betere leefomgeving voor de kip, waarbij de kippen beschutting hebben en hun dieet kunnen verrijken met alle insecten die op de wilg voorkomen.
Om ervaring op te doen met deze teelt bij biologische kippenhouders is het project ´Kiplekker onder wilgen´ opgezet. Dit project is bedoeld om kennis op te bouwen over praktische zaken zoals:
de inrichting van de plantage in relatie tot de wensen van de kip enerzijds en een efficiënte biomassateelt anderzijds;
het kosten-batenplaatje van een wilgenplantage bij kippenhouders;
de mogelijkheden voor afzet van de biomassa op het eigen bedrijf of verkoop aan anderen;
hoe de wilgenenergieplantage bij kippenhouders past binnen de wet- en regelgeving (natuurwetgeving, mestwetgeving, bestemmingplan etc.) en de eisen van certificeerders (SKAL etc).
Naast een onderzoek naar deze zaken, wordt in het project bij twee bedrijven een hectare wilgenplantage aangelegd om praktijkervaring op te doen met deze teelt bij kippenhouders. Deze wilgenplantages dienen bovendien als praktijkvoorbeeld voor andere biologische kippenhouders. De kennis en ervaringen uit dit project zullen vervolgens breed worden verspreid in de biologische pluimveesector.
ERVARINGEN
Twee jaar na de start van de pilot zijn de vier deelnemende pluimveehouders geïnterviewd om hun persoonlijke ervaringen met de aanleg en het beheer van de wilgenplantages te verzamelen. Waarom hebben zij voor de aanplant gekozen? Wat viel mee en wat viel tegen? Wat zijn tips voor andere pluimveehouders?
juli 2015
Ervaringen Jaap van Deelen, Biologisch pluimvee- en melkveebedrijf Van Deelen (De Glind)
Jaap van Deelen wilde een paar jaar geleden zijn uitloop beplanten en tijdens de zoektocht naar mogelijkheden kwam hij de pilot ‘Kiplekker onder de Wilgen’ tegen. Dit zag hij als een kans om extra inkomsten te genereren uit de uitloop en hij besloot zich aan te melden.
In april 2013 is één hectare beplant met wilgen met behulp van een plantmachine en al snel begonnen de wilgen goed uit te lopen.
De onkruiddruk viel echter tegen, met name distels groeiden de wilgen voorbij. Door deze grote onkruiddruk en nauwelijks zichtbare distels besloot Van Deelen in juni 2013 een deel van het perceel op te geven. Naast dat kippen er gebruik van maakten, konden de koeien het ook weer als 'grasland' gebruiken. Op de resterende percelen (ongeveer 0,5 hectare) is in het voorjaar van 2014 ingeboet. Hiervoor zijn scholieren ingezet, die tegen een vergoeding dit werk voor Van Deelen hebben gedaan.
De kippen maken goed gebruik van de wilgenplantage en ze houden het perceel redelijk schoon. Er worden geen eieren in de plantage verstopt. De predatiedruk door roofdieren is vergelijkbaar met de percelen met een hoogstamboomgaard en mais. Commercieel gezien valt de wilgenplantage wat tegen, zeker nu deze kleiner is dan één hectare. Aan pluimveehouders die interesse hebben in het combineren van wilgenteelt en vrije uitloop wil Van Deelen de tip meegeven om een behoorlijk oppervlak te beplanten van zo’n drie hectare. Minder dan één hectare is volgens hem commercieel niet interessant. Aanplanten op schoon (onkruidvrij) land is volgens hem het beste. Daarnaast heeft hij gemerkt dat het belangrijk is om vroeg te beginnen met onkruidbestrijding. Net als bij mais kun je daarmee het beste al beginnen voordat het onkruid echt zichtbaar wordt. Als laatste wil Van Deelen geïnteresseerden meegeven dat de grond ook een belangrijke factor is. Zijn ervaring is dat op vochtige en voedselrijke grond wilgen het beste groeien.
Aanplant bij pluimveebedrijf Van Deelen in april 2013 (foto Martijn Boosten)
Onkruidbestrijding met een rijenfrees bij pluimveebedrijf Van Deelen in mei 2013 (foto Martijn Boosten)
Onkruidbestrijding met een rijenfrees bij pluimveebedrijf Van Deelen in mei 2013 (foto Martijn Boosten)
juli 2015
Ervaringen Jan van der Weerd, Vrije uitloop pluimveebedrijf Van der Weerd (Welsum)
Jan van der Weerd heeft wilgen aangeplant omdat hij verwachtte dat het goed voor de kippen is, bijvoorbeeld doordat er meer schaduw voor ze is onder de beplanting. Op twee stukken van samen 0,25 hectare zijn in april 2013 twee rassen wilgen (Inger en Tora) aangeplant. De eerste 3 maanden zijn de wilgen uitgerasterd, totdat de wilgen ongeveer een meter hoog waren. Op deze manier konden de kippen geen schade toebrengen aan de wilgen. Dit was wel wat langer dan Van der Weerd van te voren had verwacht. In het eerste jaar groeiden de Tora-wilgen een stuk beter dan de Inger-wilgen. Bij beide wilgenrassen is wel een deel van de wilgen uitgevallen. Op deze plekken heeft Van der Weerd later lange wilgenstekken van 1 meter ingeplant die hij van zijn eigen wilgen heeft geknipt. De wilgen groeien nu goed. Nu het op gang is, valt het hem alles bij elkaar genomen mee. De wilgen geven schaduw voor de kippen en de kippen gaan nu verder de uitloop in. Van verschil in predatie merkt Van der Weerd vrij weinig, alleen kunnen de buizerds nu niet bij de kippen komen. Die pakken nu alleen kippen die op het gras lopen. De kippen vinden de wilgen wel erg lekker: ze springen de wilgen in om de bladeren te eten en van de Tora-wilgen eten ze ook de bast af. De bast van de Inger-wilgen vinden ze dan weer minder lekker, die worden niet aangevreten. Nog een onverwacht voordeel: de buren profiteren ook van de wilgen. Zij hebben nu een mooi uitzicht op wilgen die de schuur uit het zicht houden.
Van der Weerd denkt er over na om nog een deel van de uitloop met wilgen te beplanten, maar dat laat hij nog even van de KAT-regelgeving afhangen. Wanneer hij de huidige wilgen gaat afzetten, weet hij nog niet. Van der Weerd speelt nu met het idee om de wilgen op 1 meter hoogte af te zagen (handmatig), zodat de wilgen hoog genoeg zijn en de kippen in de uitloop kunnen blijven. Maar hoe dan ook zal hij de wilgen niet allemaal in één keer oogsten.
Ook andere pluimveehouders hebben belangstelling voor wilgenteelt in de uitloop heeft Van der Weerd gemerkt. Zijn belangrijkste tip voor pluimveehouders is om stekken van minimaal 1 meter te planten. Deze stekken zijn in aanschaf wel wat duurder, maar het bespaart je een hoop werk, omdat je minder onkruid hoeft te bestrijden en de uitloop niet meer tijdelijk hoeft af te gazen. “En dan stelt het werk dus eigenlijk allemaal niets voor en hebben de kippen een mooie uitloop!”, aldus Van der Weerd.
Veel onkruidoverlast in de wilgenplantage van pluimveebedrijf Van der Weerd in juli 2013 (foto Ton Remijnse)
Wilgenplantage pluimveebedrijf Van der Weerd in juli 2015 (foto Jan van der Weerd)
Wilgenplantage pluimveebedrijf Van der Weerd in juli 2015 (foto Jan van der Weerd)
juli 2015
Ervaringen Leon Jansen, Vrije uitloop pluimveebedrijf EKOZ (Schore)
Om watervogels uit de uitloop weren en beschutting te bieden aan de kippen, ging Leon Jansen op zoek naar beplantingmogelijkheden voor zijn uitloop. Al snel vond hij de opties Miscanthus en wilgen. Voor de laatste optie kwam hij eind 2012 in contact met Martijn Boosten van Probos, die hem op de pilot ‘Kiplekker onder de Wilgen’ wees. Jansen koos voor wilg omdat dit beplantingstype een betere doorkijk biedt om de kippen te controleren. Daarnaast vond hij het interessant om te zien hoe de pilot bij anderen verloopt en ervaringen te delen. Hij had geen verwachtingen om geld te verdienen, dat was niet de insteek en na een snel rekensommetje bleek inderdaad dat hij het daarvoor niet zou hoeven doen.
Begin april 2013 zijn 7500 wilgenstekken van de rassen Tora en Tordis geplant met behulp van een koolplanter, wat verrassend goed ging. De wilgen groeiden goed, alhoewel na drie maanden een duidelijk verschil tussen de twee klonen zichtbaar was. Ook bleek dat een goede grondbewerking (frezen) belangrijk was om de wilgen goed aan te laten slaan. Met de wilgen groeide het onkruid ook goed. Jansen had meer werk aan de bestrijding daarvan dan hij van te voren had verwacht. Ook bleken de kippen meer te slopen dan de wilgen aan konden. Als gevolg daarvan heeft hij zowel in 2014 als 2015 ingeboet met langstek, voornamelijk vlakbij de stal. Dat deel wordt intensief door de kippen gebruikt en daar hebben dus veel wilgen het niet gered.
De doelen om de kippen beschutting te bieden en watervogels te weren met de wilgenplantage zijn behaald. Ganzen heeft Jansen niet meer gezien en hij ziet nog maar af en toe een eend. Maar hij verwacht dat die na verder inboeten ook niet meer zullen komen. De kippen maken dankbaar gebruik van de uitloop en de wilgen. Tot een hoogte van één meter pikken ze alle blaadjes eraf en op hete dagen zoeken ze de schaduw van de wilgen op. Bij overvliegende vogels of een helikopter rennen ze naar de wilgen voor beschutting. Jansen heeft nog geen verstopte eieren tussen de wilgen gevonden, daarvoor is de plantage niet dicht genoeg. Na het oogsten zullen meerdere sprieten uitlopen, dus is het afwachten wat de kippen dan gaan doen. Ook is Jansen benieuwd of na de oogst de wilgen sterk genoeg zijn om de kippen te overleven.
Op een ander deel van zijn land wil Jansen ook beplanting aanleggen. Daarvoor wil hij zich eerst verdiepen in een ander gewas (Miscanthus) om uit te vinden of dat minder werk is en sterker is. Want de hoeveelheid arbeid die hij in het begin in de wilgenplantage moest steken, is hem toch tegengevallen. Desalniettemin is hij wel blij met het eindresultaat en het effect dat de wilgen op de kippen hebben.
Aanplant bij pluimveebedrijf EKOZ in april 2013 (Foto Martijn Boosten)
Wilgen bij de stal van pluimveebedrijf EKOZ in april 2015 (Foto Leon Jansen)
Wilgen bij de stal van pluimveebedrijf EKOZ in april 2015 (Foto Leon Jansen)
juli 2015
Ervaringen Wim Thomassen, Biologisch pluimveebedrijf De Zandschulp (Overberg)
Een paar jaar geleden was Wim Thomassen op zoek naar iets om een deel van de uitloop mee in te planten, naast het deel dat met fruitbomen is ingeplant. Tijdens die zoektocht kwam hij het project Kiplekker onder de Wilgen tegen. Een voordeel van wilgen is dat ze na het oogsten in de eigen biomassakachel gestookt kunnen worden. Een andere optie was om de uitloop met Miscanthus in te planten, maar in de biomassakachel zou Thomassen er dan nog iets bij moeten stoken. Hij heeft besloten mee te doen uit nieuwsgierigheid en het leek hem een mooie uitdaging.
Begin april 2013 is 1 hectare aangeplant met Inger en Tora wilgen. Na ongeveer tweeënhalve maand zijn de kippen in de uitloop gelaten. De wilgen groeien harder dan Thomassen had verwacht, inmiddels staat er al een heel bos! Wat wel tegenviel is dat er meer aan onkruidbestrijding gedaan moest worden dan vooraf was ingeschat. Ook heeft Thomassen moeten inboeten waarna de kippen er zes tot acht weken er niet bij mochten en onkruid weer bestreden moest worden. Maar verder is Thomassen tot nu toe heel tevreden. De kippen gebruiken de hele uitloop, ze zijn ook veel buiten te vinden en ze leggen niet minder eieren. Ook er is veel minder predatie door roofvogels, ook vergeleken met de predatie in de boomgaard. Thomassen heeft nog niet geoogst, dat gaat hij deze herfst doen. Dat zal machinaal gebeuren op een zo groot mogelijke hoogte om de periode dat de kippen er niet bij mogen zo kort mogelijk te houden.
Pluimveehouders die ook een deel van hun uitloop met wilgen willen beplanten, zou Thomassen willen meegeven dat je het voor de financiën niet moet doen. Dat hij de wilgen zelf kan gebruiken in zijn biomassakachel vind hij mooi meegenomen, maar is geen hoofdzaak. Elk beplantingstype heeft zijn eigen voors en tegens die je goed moet afwegen. Voor pluimveehouders die voor wilgen kiezen heeft hij als belangrijkste tip om echt bovenop de onkruidbestrijding te zitten. Daarnaast mag er in de eerste paar weken echt geen kip bij de wilgen komen om de wilgen goed uit de laten lopen.
Niet alleen Thomassen is heel tevreden met zijn uitloop, ook de vakjury van verkiezing “mooiste kippenuitloop” was onder de indruk en heeft in maart 2015 de uitloop van Wim Thomassen als mooiste uitloop van het jaar 2015 verkozen. Zij concludeerden dat de kippen de wilg kennelijk een goede beplanting vinden, omdat ze de hele uitloop gebruiken en veel meer buiten dan binnen te vinden zijn. Ook vond de jury het dubbelgebruik innovatief en evenals het feit dat alles er verzorgd bij staat. Er zijn veel positieve reacties op de prijs gekomen en er is zelfs interesse om de eieren in de markt te zetten als “eieren uit de mooiste uitloop van Nederland”.
Wilgenplantage pluimveebedrijf De Zandschulp 3 maanden na aanplant (juli 2013) (foto Martijn Boosten)
Kippen in de wilgenplantage van pluimveebedrijf De Zandschulp in mei 2015 (foto Martijn Boosten)
Wilgenplantage pluimveebedrijf De Zandschulp in mei 2015 (foto Martijn Boosten)
bron: Proceedings of the 4th European Agroforestry Conference. Agroforestry as Sustainable Land Use. 28-30 May 2018, Nijmegen, The Netherlands,, pp. 424-427
Vleeskuikens die overdag kunnen scharrelen in een wilgenbosje naast de pluimveestal zijn lekkerder en sappiger dan de kippen die op stal blijven. Dat concludeert een team van Vlaamse en Wageningse onderzoekers.
De onderzoekers vergeleken drie koppels van 200 vleeskuikens gedurende tien weken tot de slacht. De eerste groep kuikens bleef binnen, een tweede groep kreeg een uitloop naar een grasveld met schuilhokken en de derde groep kuikens kon naar een wilgenbosje met begroeiing. Het onderzoek werd uitgevoerd door Lisanne Stadig, een Wagenings afgestudeerde die nu werkt bij het Instituut voor Landbouw- en Visserij Onderzoek (ILVO) in Vlaanderen. Medeauteur Bas Rodenburg van de leerstoelgroep Gedragsecologie in Wageningen was betrokken bij het onderzoek van het kippengedrag, terwijl Belgische collega’s de vleeskwaliteit bepaalden en de smaak van het kippenvlees lieten beoordelen door een smaakpanel.
LEES MEER
Gespierder
De vleeskwaliteit van de uitloopkippen was duidelijk beter, stelden de onderzoekers vast. Het vlees van de uitloopkippen had een hogere pH-waarde dan de stalkippen. Deze zuurtegraad heeft invloed op het vochtgehalte van de kip. Het vlees van de stalkippen had dan ook meer vochtverlies dan dat van de uitloopkippen. Verder waren de uitloopkippen door de beweging gespierder en minder zwaar dan de stalkippen. Bovendien hadden de uitloopkippen geler vlees en bleek de hoeveelheid onverzadigde vetzuren hoger bij de kippen met uitloop. Deze onverzadigde vetzuren zijn gezonder voor de mens dan verzadigde vetzuren.
Kruidenrijk
Het smaakpanel mocht rapportcijfers geven aan de drie soorten – ongekruid – kippenvlees. Het panel oordeelde dat het uitloopvlees malser, sappiger en minder draderig was. De uitloopkippen in het wilgenbosje kwamen steeds als beste uit te bus, de stalkippen als slechtste. De ‘grasveldkippen’ scoorden ook goed, maar iets minder goed op smaak en gezondheid dan de ‘boskippen’. Rodenburg denkt dat de kippen in het kruidenrijke wilgenbosje meer groen eten dan op het grasveld bij de mobiele kippenschuur, wat zich vertaalt in lekkerder vlees.
Biologisch
Het onderzoek omvatte twee rondes met 200 vleeskippen per systeem, dus in totaal 1200 kippen. Stadig gebruikte traag groeiende kippen die veel worden gehouden door biologische pluimveehouders in België en Frankrijk. In vervolgonderzoek volgt ze de kippen in de drie houderijsystemen individueel om nauwkeurige verbanden te kunnen leggen tussen uitloopgebruik, gedrag en welzijn van de kip en smaak en kwaliteit van het kippenvlees.
Combinaties
De Vlaamse overheid financierde het onderzoek. Die wil graag nieuwe combinaties van dierlijke en plantaardige productie uittesten. Wilgenbosjes nabij kippenstallen wordt gezien als een kansrijke combinatie. Als de kippen mogen kiezen, kiezen ze voor een wilgenbosje, omdat die veel beschutting en veiligheid biedt tegen roofvogels. Bovendien kan de pluimveehouder de wilgen oogsten voor energieopwekking, waarbij de kippenmest ervoor zorgt dat de wilgen sneller groeien. Er zijn al pluimveehouders die experimenteren met wilgenbosjes en boomgaarden naast de kippenstal, zegt Rodenburg.
Bron: Probos, Martijn Boosten en Joyce Penninkhof, november 2016
Van eind 2012 tot en met het voorjaar van 2016 is door het Centrum van Biomassa Innovatie (CBI) in samenwerking met Stichting Probos het project ‘Kiplekker onder de wilgen’ uitgevoerd. Dit project had als doel om kennis te ontwikkelen over de aanleg en de exploitatie van biomassaplantages met wilg in kippenuitlopen. Dit rapport bevat de resultaten van het project.
In het praktijknetwerk ‘Bomen voor Buitenkippen’ (2012-2015) is samen met pluimveehouders onderzocht hoe je met beplantingen de uitloop zo goed mogelijk kunt inrichten. In het project ‘Kiplekker onder de wilgen’ is gekeken naar de aanplant van wilgenplantages in kippenuitlopen. De brochure ‘Bomen voor buitenkippen’ bevat de belangrijkste ervaringen die in beide projecten zijn opgedaan met beplantingen in kippenuitlopen. De volgende aspecten komen aan de orde: de beschutting voor de kippen, opbrengst in de vorm van fruit, brandstof of strooisel, verspreiding van de kippen en daarmee ook hun mest, weren van watervogels en de landschappelijke waarde. Daarnaast gaat de brochure ook in op de praktische aspecten van aanleg en onderhoud van de beplantingen. Tot slot wordt de relevante regelgeving voor beplantingen in kippenuitlopen behandeld.
De brochure is hier te downloaden. Een hardcopy versie van de brochure kan worden besteld bij het Louis Bolk Instituut (tel. 0343-523860, info@louisbolk.nl).
augustus 2015
Ervaringen voorbeeldbedrijven juli 2015
Twee jaar na de start van de pilot zijn de vier deelnemende pluimveehouders geïnterviewd om hun persoonlijke ervaringen met de aanleg en het beheer van de wilgenplantages te verzamelen. Waarom hebben zij voor de aanplant gekozen? Wat viel mee en wat viel tegen? Wat zijn tips voor andere pluimveehouders? Lees hier verder (klik op ERVARINGEN).
8-mei-2015
Bijeenkomst beplantingen in de kippenuitloop: Wat zijn de ervaringen in Nederland en Vlaanderen?
Op 23 april 2015 lieten 35 deelnemers zich informeren over de ervaringen met beplantingen van fruitbomen, wilgen en miscanthus in kippenuitlopen. De presentaties die op deze middag zijn gehouden, zijn hier te downloaden.
Op 6 mei 2015 lieten 50 deelnemers zich informeren over de ervaringen met beplantingen van fruitbomen, wilgen en miscanthus in kippenuitlopen. De presentaties die op deze middag zijn gehouden, zijn hier te downloaden.
25-3-2015
Winnaars ‘Mooiste Kippenuitloop 2015’ bekend!
Biologisch Pluimveebedrijf de Zandschulp uit Overberg (Utrecht) heeft volgens de vakjury de mooiste kippenuitloop 2015. Het pluimveebedrijf is een van de deelnemende bedrijven aan het project ‘Kiplekker onder de wilgen’, een initiatief van InnovatieNetwerk en Probos (www.kiplekkeronderdewilgen.nl).
De vakjury, bestaande uit pluimveedierenarts Roland Bronneberg, Marijke de Jong van de Dierenbescherming en Ruud Zanders, lector Gezonde Pluimveehouderij aan de Hogeschool CAH Vilentum in Dronten roemden De Zandschulp met 15.000 legkippen vanwege het hoge aantal kippen (70%) dat tegelijk buiten gezien wordt.
LEES MEER
De uitloop is ingericht met een boomgaard voor de productie van appelsap en een wilgenplantage voor de productie van biomassa die gebruikt wordt als duurzame energiebron elders op het eigen bedrijf. De jury vond de variatie in de inrichting, het verzorgde aanzien en vooral ook het innovatieve dubbelgebruik van de uitloop de eerste prijs waard.
De verkiezing “Mooiste kippenuitloop” is georganiseerd door het Louis Bolk Instituut en Bionext als onderdeel van het project ‘Bomen voor buitenkippen’. Naast een vakjury, mocht ook het publiek een stem uitbrengen. De publieksprijs gaat naar Kees Sijbenga uit Hooghalen, een pluimveehouder met 4250 biologische legkippen. Zijn uitloop heeft veel verschillende bomen en struiken, die het jaar door groen blijven, zoals sparren, hulst en buxus. Meer informatie is te vinden op www.mooistekippenuitloop.nl.
23-04-2015 06-05-2015
Bijeenkomst beplantingen in de kippenuitloop: Wat zijn de ervaringen in Nederland en Vlaanderen?
In Nederland en Vlaanderen is de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan met beplantingen in kippenuitlopen. Diverse pluimveehouders hebben wilgenplantages, Miscanthus en fruitbomen in hun uitloop aangelegd. Louis Bolk Instituut, ILVO, Probos en Inagro hebben onderzoek gedaan naar het uitloopgebruik door de kippen, de kosten en de baten, de wet- en regelgeving, de invloed op de aanwezigheid van AI-risicovogels en roofvogels, de groei van gewassen en de nutriëntenhuishouding, etc.
LEES MEER
Tijd om de balans op te maken! Op 23 april en 6 mei presenteren onderzoekers en pluimveehouders hun ervaringen op een bijeenkomst voor collega-pluimveehouders, onderzoekers, beleidsmakers en andere geïnteresseerden.
Het programma omvat onder andere de volgende presentaties:
Kiplekker onder de wilgen: wat hebben we geleerd over de aanleg en exploitatie van wilgenplantages in uitlopen?
Korte-omloophout (KOH) combineren met mobiele stallen: een win-win situatie?
Miscanthus in de uitloop
Kippen en fruitteelt: een goede combinatie?
De visie van de certificeerder op beplantingen in de uitloop
Aansluitend aan de presentaties wordt er een excursie voorzien:
23 april 2015 In Overberg (NL) wordt er een bezoek gebracht aan de fruitbomen en wilgenplantage op het pluimveebedrijf van de familie Thomassen
06 mei 2015 In Melle (BE) wordt de ILVO-onderzoekslocatie met korte-omloophout en mobiele pluimveestallen bezocht.
Veel belangstelling voor excursie boomgaard en wilgenplantage in de kippenuitloop
Op donderdag 31 oktober werd er vanuit de projecten ‘Bomen voor Buitenkippen’ en ‘Kiplekker onder de wilgen’ een excursie georganiseerd naar het bedrijf van Wim en Annie Thomassen in Overberg. Er kwamen circa 35 mensen kijken. De deelnemers bestonden voornamelijk uit collega pluimveehouders (biologisch leg en vlees en freiland). Daarnaast waren ook mensen van de eierhandel, de Dierenbescherming, het ministerie van Economische Zaken en onderzoekers aanwezig. Er waren ook belangstellenden uit België.
Wim en Annie Thomassen hebben 15.000 leghennen en 7 hectare uitloop. Van deze 7 hectare is anderhalve hectare ingeplant met een (laagstam-)appelboomgaard en één hectare met een wilgenplantage. De fruitbomen zijn afgelopen winter ingeplant en de wilgen aan het begin van het voorjaar. De beplantingen hebben al een dusdanige omvang dat ze de kippen volop beschutting bieden. De kippen maken daardoor veel beter gebruik van de uitloop. Steeds meer bedrijven maken werk van de beplanting in de kippenuitloop, maar dat een pluimveebedrijf op deze schaal in ‘professionele’ beplanting in de kippenuitloop investeert, is nog vrij uniek.
In april dit jaar zijn in het kader van de projecten ‘Bomen voor Buitenkippen’ en
‘Kiplekker onder de wilgen’ in elf kippenuitlopen beplantingen aangelegd met wilgen
(vier bedrijven), miscanthus (drie bedrijven) en fruitbomen. Hieronder worden kort de eerste
ervaringen met deze teelten in de kippenuitloop beschreven.
Fruitbomen
(foto Gerjan Slingenbergh)
LEES MEER
Wilgen
Op twee bedrijven in Overberg en De Glind is een hectare wilg geplant. Uit deze wilgenplantages
zal in de toekomst biomassa worden geoogst voor een met houtsnippers gestookte verwarmingsinstallatie
die op een van de bedrijven staat. Per bedrijf zijn 15.000 wilgenstekken per hectare geplant met een
aangepaste Super Prefer plantmachine, die normaal wordt gebruikt voor het planten van onder meer kool-
en preiplantjes. De aanplant nam per bedrijf ongeveer een dag is beslag en is uitgevoerd met ingehuurde
krachten en vrijwilligers (familieleden). Twee andere bedrijven in Schore en Welsum hebben respectievelijk
0,5 hectare en 0,25 hectare wilg geplant. In Schore is er geplant met een koolplantmachine. In Welsum zijn
de wilgenstekken handmatig in de grond gestoken. De afgelopen drie maanden zijn de wilgen over het algemeen
goed gegroeid. Ze hebben scheuten gevormd variërend van 30 tot 100 centimeter hoog (en soms nog hoger).
Op dit moment worden de eerste kippen weer toegelaten tot de uitloop. Voor die tijd waren de wilgen te
laag en zouden de kippen te veel scheuten kunnen beschadigen. Op plekken waar kippen waren uitgebroken
of te vroeg in de uitloop zijn toegelaten, is dan ook goed te zien hoeveel schade de kippen kunnen
toebrengen aan de jonge wilgenscheuten. Op één bedrijf zijn delen van de wilgenplantage hierdoor helaas
verloren gegaan. In de wilgenplantages is de afgelopen drie maanden onkruidbestrijding uitgevoerd door
tussen de rijen één- tot tweemaal machinaal te schoffelen of te frezen. De meeste wilgen zijn inmiddels
boven het onkruid uitgegroeid. Op enkele plekken met zeer hoge onkruiddruk is nog extra schoffelen nodig,
omdat anders de wilgen overgroeid raken.
Miscanthus
De miscanthus is door een Duitse loonwerker, tevens de leverancier van de stekken, met een plantmachine
geplant. Op een lange dag hebben we op drie bedrijven de miscanthus geplant, met hulp van familieleden
en een stagiaire van het Louis Bolk Instituut. De miscanthus is, waarschijnlijk door de kou, maar langzaam
uitgelopen en groeit niet snel. De onkruiddruk is echter hoog. Machinaal schoffelen tussen de rijen is goed
mogelijk, maar binnen de rijen (die bij miscanthus breder zijn dan bij bijvoorbeeld maïs) groeit veel onkruid.
Bovendien zijn de jonge planten dusdanig kwetsbaar, dat de kippen er nog niet in mogen. Op twee bedrijven
wordt handmatig geschoffeld, wat behoorlijk wat werk is. Op het derde bedrijf groeit triticale tussen de
miscanthus en lopen de kippen er in. De kippen lijken zich te richten op de triticale en de miscanthus met
rust te laten.
Fruitbomen
De fruitbomen zijn allemaal handmatig geplant, hetzij door de bedrijven zelf, hetzij door ingehuurde krachten.
Deze bomen zijn op een enkeling na goed aangeslagen en de kippen konden er meteen tussen lopen zonder schade toe
te brengen. In droge periodes zoals begin juli zijn ze wel regelmatig beregend. In hoeverre de kippen het gedeelte
met de fruitbomen nu al beter gebruiken dan toen het nog ‘kaal’ was, verschilt per bedrijf. Op één van de bedrijven
vonden de kippen het ‘fruitgedeelte’ al aantrekkelijk toen alleen de palen er nog maar stonden. Op een ander bedrijf
worden iets meer kippen op het ‘fruitgedeelte’ gezien dan voorheen. Op het derde en vierde bedrijf zijn er óf jonge
kippen die sowieso nog niet naar buiten gaan óf zijn de kippen nog heel erg tevreden met de triticale, die tussen de
bomen en de stal in gezaaid is. Daar moet na het oogsten van de triticale blijken hoe ver de fruitbomen de kippen de
uitloop in lokken.
Onderzoek
Op de deelnemende bedrijven wordt gekeken naar de teeltaspecten, de kosten en opbrengsten en het uitloopgebruik door de
kippen. Binnen ‘Bomen voor buitenkippen’ wordt verder in beeld gebracht wat een beplante uitloop betekent voor het verspreiden
van de mineralen uit de mest en voor de biodiversiteit. Op verzoek van St. Fonds voor Pluimveebelangen wordt op een aantal
bedrijven nagegaan in hoeverre ganzen en eenden geweerd kunnen worden en of er andere vogelsoorten aangetrokken of geweerd
worden met de beplanting. Dit omdat watervogels, die een voorkeur voor grasland hebben, een groter risico vormen in de
verspreiding van vogelgriep.
Kijk voor meer info over de aanplanten met Miscanthus en fruitbomen op
www.louisbolk.org/nl/landbouw/dierenwelzijn/bomen-voor-buitenkippen.
Aanplant Overberg
(foto Martijn Boosten)Aanplant Overberg
(foto Martijn Boosten)Aanplant Overberg
(foto Martijn Boosten)Wilgenplantage Overberg na 2.5 maand
(foto Martijn Boosten)Miscanthus
(foto Wijnand van de Mheen)
04-02-2013
Goed bezochte excursie wilgenenergieteelt in de kippenuitloop
Op maandag 4 februari organiseerde Probos samen met het Louis Bolk Instituut en
Bionext een excursie in de Flevopolder over wilgenenergieteelt in de kippenuitloop.
De bijeenkomst werd bezocht door circa 30 biologische en vrije-uitloop-pluimveehouders.
Zij lieten zich informeren over wet- en regelgeving rondom wilgenenergieplantages in de
uitloop en de praktische zaken van aanleg, beheer en oogst. Verder werd er ingegaan op de
kosten en baten van wilgen in de uitloop. De excursie was de tweede bijeenkomst van het
praktijknetwerk ‘Bomen voor buitenkippen’.
Wilt u meer weten over het project ‘Kiplekker onder de wilgen’, neem dan contact op met Martijn Boosten (martijn.boosten@probos.nl, tel. 0317-466562).
Organisatie
Het project ‘Kiplekker onder de wilgen’ is een initiatief van InnovatieNetwerk en Probos. Zie ook: InnovatieNetwerk
De uitvoering is in handen van Probos en de deelnemende pluimveehouders.
Daarnaast wordt er samengewerkt met het project ‘Bomen voor Buitenkippen’ van het Louis Bolk Instituut en Bionext.